Afgelopen weken is opgravingsbedrijf BAAC uit Den Bosch bezig geweest met archeologisch onderzoek aan de Wilde Wingerd in de wijk Het Gegraaf van Valkenswaard. Hier vernieuwt  woningbouwcorporatie Woningbelang de verouderde woonflats. 

Het gebied wat nu is onderzocht, is van groot belang om meer te weten te komen over de bewoningsgeschiedenis van Valkenswaard. Uit historische bronnen kan opgemaakt worden dat het plangebied ter plaatse van het oude buurtschap Brand ligt. De hoofdweg (‘Brandstraatje’) van dit buurtschap loopt centraal van oost naar west door het plangebied en ligt min-of-meer op de locatie van de huidige straat Wilde Wingerd. In de 15e eeuw lagen er in ‘in den Brant’ een zevental hoeven, met daarbij ook een eigen smederij, weverij, herberg en brouwerij. Het grootste deel van de boerderijen en grond in de Brand was vanaf 1575 in eigendom van de welgestelde valkeniersmeester Jan Gragtmans. Laatste genoemde stierf in 1683 in herberg ‘de Crol’, aan het einde van het Brandstraatje. Na de oorlog werden de huizen afgebroken en vervangen door kleine woonflats die inmiddels ook alweer gesloopt zijn. 

Interpretatie van de kadasterkaart met de bekende oudtijdse toponiemen in het gebied. Het plangebied ligt ter plaatse van de rode ovaal
Interpretatie van de kadasterkaart met de bekende oudtijdse toponiemen in het gebied. Het plangebied ligt ter plaatse van de rode ovaal (bron: Heemkundekring Weerderheem Valkenswaard).

Bij het archeologisch onderzoek zijn in vrijwel het hele plangebied diverse sporen van bewoning aangetroffen, die hoorden bij het gehucht Brand uit de periode late middeleeuwen-nieuwe tijd, 1300-1950. Het gaat om meerdere resten van gebouwen waaronder een plaggenhut, (afval)kuilen, meerdere waterputten, erfgreppels, muurfunderingen, uitbraaksleuven, aardewerk, leer, glas, hout en metaalvondsten etc. 

De oudste sporen dateren uit de late middeleeuwen (1300-1500) en zijn ten zuiden van De Wilde Wingerd teruggevonden. Het gaat om twee plaggenputten, waterputten met een schacht van gestapelde plaggen op een houten karrenwiel. Onderin deze putten is aardewerk uit deze periode gevonden. Naast de waterputten is een plaggenhut gevonden, een kleine woning of hut. Vermoedelijk bevindt de rest van het erf zich onder zalencentrum De Graver.

Nog eens twee plaggenputten zijn voor de korte gevel van de meest oostelijk gelegen boerderij gevonden (ten zuiden van De Wilde Wingerd). Op basis van het gevonden aardewerk kunnen deze putten in de 16e/17e eeuw gedateerd worden. Van de boerderij resteren nog de bakstenen funderingen van het woonhuis. Daarachter lagen de stallen waarvan ook nog resten zijn bewaard gebleven. 

Ten noorden van De Wilde Wingerd zijn tot nu toe de resten van drie boerderijen teruggevonden. Deze resten bestaan uit delen van de bakstenen funderingen, maar ook uit kuilen en lagen met sloopafval. Op de drie erven zijn één plaggenput en vier waterputten met een bekleding van baksteen gevonden. De bakstenen putten zijn vermoedelijk in de 19e eeuw aangelegd en in de 20e eeuw gedempt met huisraad zoals potten en pannen van metaal, theepotten, glazen flesjes, borden en kopjes van aardewerk, schoenen, maar ook baksteenpuin en dakpannen. Onderin de plaggenput werd nog een voorwerp van leer gevonden. Dit is met grond en al uit de put geschept en zal door de specialist op kantoor uitgeprepareerd worden, gedetermineerd en geconserveerd. We weten dus nog niet wat het voor een voorwerp is.

Het land achter en naast de erven is bewerkt voor landbouw. Hiervan zijn spitsporen en grondverbeteringskuilen teruggevonden. 

Het archeologisch onderzoek zal in week 31 worden afgerond en dan gaat het puzzelen binnen verder. Uiteindelijk zullen de resultaten in een uitgebreide rapportage voor het publiek toegankelijk worden gemaakt.

Om nieuwsgierigen een inkijkje tijdens de opgraving te geven, is het terrein aan de Wilde Wingerd op woensdag 19 juni tussen 14.00 en 16.00 uur open voor publiek. Archeologen zijn dan aanwezig voor een toelichting.

Mannen die een historische opgraving doen